Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], De [48]HEERE nu heeft het mij te kennen gegeven, dat ik het wete; toen [49]hebt Gij mij hun handelingen doen zien. 48. Als ik in eenvoudigheid mijn beroep waarnam, volgens Gods last, en op geen kwaad dacht. 49. Dit spreekt Jeremia tot God, dien hij als getuige neemt, dat hij hier van niets spreekt uit menselijke onderstellingen of meningen, maar alleen uit de goddelijke openbaring, door een gezicht. Vergelijk onder hfdst.24 vs.1.